Bestuursreglement

Bestuursreglement

1. Iedere bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de stichting en haar organisatie, alsmede naar het belang van de eventueel met haar verbonden onderneming.

2. Een bestuurslid kan wegens gewichtige redenen worden ontslagen door een besluit van de overige bestuursleden, met inachtneming van het navolgende:

a. Het betrokken bestuurslid wordt vooraf in de gelegenheid gesteld over het voorgenomen besluit te worden gehoord.

b. Indien drie bestuursleden in functie zijn, dient het besluit met algemene stemmen van de overige bestuursleden te worden genomen. Indien meer dan drie bestuursleden in functie dan behoeft het besluit een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen van de overige bestuursleden.

c. Indien slechts twee bestuursleden in functie zijn, kan een dergelijk besluit niet worden genomen. De bestuurder wiens ontslag het betreft kan niet aan de stemming deelnemen en deze bestuurder telt niet mee voor de berekening van het vereiste quorum.

3. Een natuurlijk persoon noch een rechtspersoon kan beschikken over het vermogen van de stichting als ware het zijn eigen vermogen als bedoeld in artikel 1a lid 1 sub c van de Uitvoeringsregeling Awr.